Toen het contract van mijn fulltime baan op 31 juli 2014 afliep en ik via het UWV drie maanden WW-uitkering kreeg, zag ik mijn kans schoon en besloot ik me te ontwikkelen tot freelance vertaler. De fulltime baan die ik had was weliswaar gezellig en betaalde ruimschoots alle rekeningen, maar was ook behoorlijk onder mijn niveau en fysiek vrij zwaar. Ik had vaak het gevoel dat ik geleefd werd en als ik vrij was moest ik eerst het huiswerk voor mijn vertaalopleiding doen
In augustus sloeg ik meteen aan het brieven schrijven en graasde ik allerlei vacaturesites af. Ik moest wel, want anders verloor ik mijn recht op een uitkering. Maar al gauw merkte ik dat er maar weinig vacatures waren waar ik echt enthousiast van werd. Op een gegeven moment word je ook wanhopig. Soms reageer je dan op vacatures voor banen die je helemaal niet wilt hebben. Ondertussen ging ik door met vertalen, redigeren en schrijven: ik vertaalde vrijwillig stukken voor Babypedia, las de nog ongepubliceerde roman van mijn vader en redigeerde de eerste paar hoofdstukken en schreef een stuk over de in Nederland onbekende Amerikaanse zanger Townes van Zandt (alleen zijn naam al vind ik prachtig).
Ik heb ook nog een tijdje in een speciaal traject van de Gemeente Leiden gezeten, Stage Nieuw Stijl. Dit project zoekt voor pas afgestudeerde hoogopleide jongeren een werkervaringsplek, zodat ze relevante werkervaring op kunnen doen en daarna meer kans hebben op een passende baan. Iedere vrijdagmiddag kwamen we bij elkaar om onze sollicitatievaardigheden te verbeteren en te praten over waar we mee bezig waren. Zo leerden we bijvoorbeeld onszelf te pitchen (zie mijn stukje hierover, ‘elevator pitch‘) en jutten we elkaar flink op ervoor te blijven gaan.
Een stage bij een gemeente ging op het allerlaatste moment niet door, maar tegelijkertijd vond ik wel een parttime baan bij een farmaceutisch bedrijf in Leiden, waar ik een jaar eerder al eens via een uitzendbureau had gewerkt. Nu werk ik anderhalve dag bij dat bedrijf en werk ik drie dagen ‘voor mezelf.’ Dat is een heel prettige verdeling.
Daarnaast volg ik lessen aan de VertalersVakschool in Amsterdam. Het literair vertalen trekt me nog steeds, maar ik ben er inmiddels wel achter dat het beslist geen makkelijke tak van sport is: als literair vertaler – meer nog dan als ‘gewoon’ vertaler – moet je een feilloos gevoel voor taal en stijl hebben en moet je Nederlands van een zeer hoog niveau zijn. Af en toe drijft dit me tot wanhoop en vraag ik me af of ik ooit goed genoeg zal worden om werk van een van mijn favoriete schrijvers te kunnen vertalen, zonder zijn teksten al te veel geweld aan te doen. Gelukkig ben ik nog jong en kan ik nog veel leren.
De afgelopen paar maanden is het balletje wat betreft freelance werk eindelijk een beetje gaan rollen. Ik heb nieuwe contacten opgedaan en heb al een aantal teksten vertaald/geredigeerd (zie ook mijn portfolio). Ik heb me verdiept in online vertaalplatforms als Unbabel en ProZ en weet inmiddels ook aardig de weg op de site van de Belastingdienst. Nu het nieuwe jaar is aangebroken hoop ik natuurlijk dat er steeds nieuwe opdrachten op mijn pad zullen blijven komen en dat ik me kan blijven ontwikkelen!