Op hoge poten been ik van de receptie van de Haagse Toren in de richting van de lift. Letterlijk en figuurlijk, want ik moest zo nodig mijn nieuwe killer heels aan. Daardoor moest ik ook pantykousjes aan. Die trok ik van de zenuwen kapot, waardoor ik voor vertrek mijn hele kast door moest graven op zoek naar een ander paar, zonder ladders, de trein miste, en er een later moest nemen. ‘Vaf**!’ ‘Idiota!’ ‘Che cazzo!’ klinkt het Italiaans en boos in mijn hoofd.
Ik druk op het knopje van de lift, neem een teug lucht, laat mijn schouders weer zakken en wacht. Als de lift er is en ik naar binnen stap, glipt er nog gauw iemand naarbinnen. Ik hoor het geklak van haar hakken. Ik draai me om en maak per ongeluk meteen oogcontact.
‘Hallo,’ zegt een mevrouw in mantelpak. Moet je ook helemaal naar boven?’
‘Ja. Gelukkig heb ik geen hoogtevrees.’ Ik druk op het knopje waar ’42’ op staat.
‘Nee, ik ook niet. Het uitzicht is prachtig daarboven. Soms raak ik wel eens een beetje afgeleid tijdens de vergaderingen.’
‘Ja, dat wil ik wel geloven. Als mijn afspraak voorbij is, ga ik ook even het uitzicht bewonderen.’ Ik glimlach, maar mijn stem trilt.
‘Vertel me anders even wie je bent. Dat is goed tegen de zenuwen. En dan zijn we een stuk sneller boven.’ De mevrouw kijkt nieuwsgierig mijn kant uit. Haar hoofd gaat even naar beneden; ik vat het maar op als een bemoedigend knikje.
Ik steek mijn hand naar haar uit.
‘Dag. Anna Visser’
‘Marilaine van den Bergh.’
‘Ik ben hier voor een gesprek met een uitgever. Ik ben namelijk literair vertaler. Of eigenlijk, dat wil ik graag worden. Ik heb Engels en Amerikaanse geschiedenis gestudeerd, in Leiden, en volg nu een opleiding literair vertalen in Amsterdam. Ik houd ontzettend van taal en van literatuur. En ik schrijf ook heel graag. Tot nu toe vooral korte verhalen en gedichten, gewoon voor mezelf. Maar ik heb ook een eigen website, en ik zou graag artikelen schrijven, over muziek, cultuur, koken en reizen. En boeken vertalen natuurlijk. Ik probeer nu aan het werk te komen als freelancer. Het liefst zou ik voor de helft leven van mijn pen, door te schrijven en te vertalen, en voor de andere helft door samen te werken met andere mensen. Ik wil niet alleen maar eenzaam thuis achter mijn bureau zitten, ik wil ook nog iets nuttigs doen, iets sociaals. Hopelijk vindt de uitgeverij wat ik allemaal bedacht heb een goed idee! Dan ben ik weer een stapje verder.’
‘Nou, kind, wat interessant allemaal! Ik weet niet wat je precies bedacht hebt, maar zorg dat je hem impakt, die uitgever. Nu ben je in ieder geval je ergste zenuwen kwijt. Zelf ben ik consultant, voor reclamebureau’s. Ik zal je mijn kaartje geven, wie weet komt het nog eens van pas.’
‘Bedankt. Ik heb er ook een voor u, als u wilt.’ De mevrouw pakt mijn kaartje aan. Tegelijkertijd schuiven de deuren van de lift open.
‘Dankjewel. Wat leuk, met die appeltjes. Succes met je gesprek. Tot ziens hoor!’
‘U ook succes. Dag!’
Een gedachte over “elevator pitch”